Daarentegen meen ik wel, als ex-voorzitter van de Raad voor de Mededinging en als huidige voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel waar de thans in functie zijnde voorzitter van de Raad voor de Mededinging lid van is, de minister van Economische Zaken en de gezagdragers voor wie het eerste jaarlijks verslag van de Raad bestemd is, er te moeten op wijzen
dat indien zij een gunstig gevolg zouden verlenen aan de vraag van de Raad voor de Mededinging, zij tot het besluit zouden moeten komen dat het voorzitterschap van de Raad enkel kan toekomen aan de magistraten van de rechterlijke macht die lid zijn van het openbaar ministerie
...[+++].
En revanche, en ma qualité d'ancien président du Conseil de la concurrence et de président en exercice du Tribunal de commerce de Bruxelles auquel ressortit le président actuel du Conseil de la concurrence, je crois devoir attirer l'attention du ministre des Affaires économiques et des Autorités destinataires du premier rapport annuel du Conseil, sur le fait que si Elles devaient donner suite à la demande formulée par le Conseil, il leur faudrait alors conclure que la présidence du Conseil doit être réservée aux seuls magistrats de l'Ordre judiciaire qui sont membres du Parquet.