13. betreurt het dat lidstaten hun gunstige economische positie niet voldoende uitbuiten om belangrijke structurele hervormingen door te voeren die de doeltreffendheid van de goederen-, diensten-, werkgelegenheids- en kapitaalmarkten zouden kunnen vergroten en op de langere termijn zouden kunnen leiden tot consolidatie van de begroting, economische groei en meer werkgelegenheid;
13. regrette que les États membres n'exploitent pas suffisamment leur situation économique positive pour mettre en œuvre de profondes réformes structurelles qui renforceraient l'efficience des marchés des biens, des services, du travail et des capitaux et qui assureraient à long terme l'assainissement des finances publiques, la croissance économique et un niveau plus élevé d'emplois;