18. verzoekt de lidstaten te bevorderen dat vrouwelijke immigranten toegang hebben tot werkgelegenheid en ervoor te zorgen dat er adequate beroepsopleiding beschikbaar is door positieve maatregelen te nemen ter bestrijding van de tweeledige discriminatie waarvan vrouwelijke immigranten op de arbeidsmarkt het slachtoffer zijn en door voor hen gunstige omstandigheden te scheppen voor toegang tot de arbeidsmarkt en om hun beroeps- en prive-leven in evenwicht te brengen, met name door toegankelijke kinderzorgfaciliteiten ter beschikking te stellen.
18. invite les États membres à promouvoir l'accès des femmes migrantes à l'emploi et à leur assurer une formation professionnelle adaptée, en adoptant des mesures substantielles pour combattre la discrimination double dont elles sont victimes sur le marché de l'emploi et en créant les conditions favorables nécessaires pour leur permettre d'accéder au marché de l'emploi et de concilier leur vie professionnelle et leur vie privée, en particulier en mettant en place des systèmes accessibles de garde des enfants.