Daarom haalt het Hof zijn inspiratie uit de grondwettradities die de lidstaten gemeenschappelijk hebben, en uit de richtlijnen die zijn verstrekt door internationale verdragen voor de bescherming van de mensenrechten waaraan de lidstaten hebben meegewerkt of waarvan zij ondertekenaar zijn (zie in het bijzonder het arrest in de zaak C-4/73 Nold v. Commissie [1974] Jurispr. 491, paragraaf 13).
À cet effet, la Cour s'inspire des traditions constitutionnelles communes aux États membres ainsi que des indications fournies par les instruments internationaux concernant la protection des droits de l'homme auxquels les États membres ont coopéré ou adhéré (voir, notamment, arrêt du 14 mai 1974, Nold, point 13, 4/73, Rec. p. 491).