De redenen om vandaag nog te stellen dat
een apotheker geen handelaar is, zijn eigenlijk dezelfde als bij de wetwijziging van 18 juli 1973, namelijk dat een commercialisering van het beroep van apotheker zou kunnen leiden tot een vermindering van de zin voor verantwoordelijkheid van de apotheker, dat de bekommernis om de gezondheid van de patiënt het eerste doel is (eerder dan het winstbejag), dat de apotheker een deskundige is, drager van een universitair diploma, die een onderdeel van de geneeskunde uitoefent, en dat het voorwerp dat zij verkopen, het geneesmiddel, een spec
...[+++]ifiek karakter heeft (Parl. St., Senaat, nr. 717, 1971-1972, blz. 1-4). Les motifs qui permettent aujourd'hui de
décider qu'un pharmacien n'est pas commerçant sont identiques à ceux qui constituaient le soutien de la modification du 18 juillet 1973, c'est-à-dire que la commercialisation de la profession de pharmacien pourrait conduire à un affaiblissement du sens de la responsabilité du pharmacien, que le bien-être du patient en est le premier objet (plus que la recherche du profit), que le pharmacien est un spécialiste, porteur d'un diplôme universitaire, qui exerce une branche de la médecine, et que l'objet de son négoce, le médicament, jouit d'un caractère particulier (Doc. parl., Sénat, n° 717, 1971-1972
...[+++], p. 1-4).