De minister noemde vervolgens het materieel strafrecht als eerste actieterrein, « met onder andere de definitie van de georganiseerde criminaliteit, het probleem van de voorbereidende handelingen, de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen, ..» (59).
Le ministre a ensuite cité, comme premier champ d'action, le droit pénal matériel avec, « entre autres, la définition de la criminalité organisée, le problème des actes préparatoires, la responsabilité pénale des personnes morales, ..» (59).