21. meent dat het sluiten van een overeenkomst inzake handel
en samenwerking met Iran mogelijk is indien Iran substantiële vorderingen boekt op het gebied van markt- en investeringswetgeving teneinde in overeenstemming te zijn met de WTO-eisen; is daarom ingenomen met de indiening op 19 november 2001 van een voorstel van de Commissie bij de Raad ove
r een desbetreffend handelsakkoord tussen de EU en Iran, evenals met de op de zitting van de Raad voor a
...[+++]lgemene zaken van 17 oktober 2001 gesignaleerde positieve evaluatie en ondersteuning van dit voorstel;
21. estime que la conclusion d'un accord de commerce et de coopération avec l'Iran est possible si ce dernier réalise des progrès substantiels dans le domaine de sa législation relative au marché et aux investissements afin de répondre aux exigences de conformité de l'OMC; se félicite dès lors de la transmission, le 19 novembre 2001, d'une proposition de la Commission au Conseil à propos d'un accord de commerce ad hoc UE/Iran ainsi que de l'appréciation positive dont la chose fit l'objet lors du Conseil "Affaires générales” du 17 octobre 2001 et de l'appui y apporté;