10. meent dat het tempo van de WTO-onderhandelingen inzake markttoegang voor niet-landbouwproducten (NAMA) zo snel mogelijk moet worden opgevoerd; meent dat handelsbelemmeringen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, maar ook tussen ontwikkelingslanden onderling, een duurzame ontwikkeling in de weg staan; is van mening dat het voor een verder geleidelijk aan opengooien van de zuid-zuidmarkt broodnodig is dat de meer ontwikkelde landen hun verantwoordelijkheid nemen bij het openstellen van hun markten voor de minst ontwikkelde landen; is van mening dat het probleem van uitholling van preferenties eveneens moet worden aangepakt;
10. insiste sur la nécessité d'accélérer au plus vite les négociations de l'OMC sur l'accès aux marchés pour les produits non agricoles; estime que les entraves commerciales entre les pays développés et les pays en développement, mais également entre pays en développement, sont un obstacle au développement durable; juge indispensable, en vue d'une ouverture progressive du marché Sud-Sud, que les pays plus avancés assument leurs responsabilités en ouvrant leurs marchés aux pays les moins avancés; estime qu'il convient également d'aborder le problème de l'érosion des préférences;