10. nodigt de lidstaten uit krachtige maatregelen te nemen tegen alle vormen van geweld jegens meisjes en vrouwen met een handicap, met name vrouwen en meisjes die in een instelling zijn geplaatst, en om specifiek onderzoek te verrichten naar het geweld tegen vrouwen met een handicap, teneinde de omvang en de onderliggende oorzaken van dit geweld in kaart te brengen, en beter te kunnen vaststellen welke maatregelen hiertegen moeten worden genomen;
10. invite les États membres à prendre des mesures vigoureuses contre toutes les formes de violence à l'encontre des filles et des femmes handicapées, notamment, de celles placées en institution et d'entreprendre des études spécifiques sur la violence à l'encontre des femmes handicapées, afin de déterminer l'origine et l'ampleur de cette violence, ainsi que de mieux définir les mesures à prendre;