28. wijst erop dat personen met een beperkte mobiliteit of handicaps dezelfde mogelijkheden moeten hebben om te reizen, en onbeperkt en onbelemmerd toegang moeten krijgen tot vervoersinfrastructuur, voertuigen, hulpdiensten en alle informatie die zij nodig hebben;
28. relève qu'il convient d'assurer aux personnes à mobilité réduite et aux personnes handicapées des possibilités égales de voyage ainsi qu'un accès sans entraves et sans restrictions aux infrastructures de transport, aux véhicules, à une aide aux services et à toutes les informations dont elles ont besoin;