De verzoekende partij stelt in een eerste onderdeel dat de decreetgever een rechtscollege zou hebben opgericht en de bevoegdheden ervan zou hebben bepaald, met miskenning van artikel 147 van de Grondwet, en in een tweede onderdeel dat hij de arbeidsrechtbank een nieuwe bevoegdheid zou hebben toegekend, met schending van de artikelen 146 en 157, derde lid, van de Grondwet.
La partie requérante soutient, première branche, que le législateur décrétal aurait créé une juridiction et déterminé ses compétences en méconnaissance de l'article 147 de la Constitution et que, deuxième branche, il aurait attribué une compétence nouvelle au tribunal du travail, en violation des articles 146 et 157, alinéa 3, de la Constitution.