De door het Hof vastgestelde schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet is het gevolg van, enerzijds, de geldigverklaring van de tussen 1 januari 1995 en 31 december 1996 gedane afhoudi
ngen die betrekking hebben op vóór 1 januari 1995
betaalde kapitalen, waarvoor artikel 68 van de we
t van 30 maart 1994 geen wettelijke grondslag verschafte, en, anderzijds, de geldigverklaring van afhouddingen die in die periode zouden zijn g
edaan inge ...[+++]volge een onjuiste toepassing van de van kracht zijnde bepalingen.
La violation des articles 10 et 11 de la Constitution constatée par la Cour est due, d'une part, à la validation des retenues opérées entre le 1 janvier 1995 et le 31 décembre 1996 qui portent sur les capitaux payés avant le 1 janvier 1995, pour lesquels l'article 68 de la loi du 30 mars 1994 ne fournissait pas de fondement légal et, d'autre part, à la validation des retenues qui auraient été effectuées au cours de cette période par une application inexacte des dispositions en vigueur.