Voorts acht de Raad van
State het nuttig om eraan te herinneren dat richtlijn 2004/81/EG van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerk
ing met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van m
ensenhandel of hulp hebben gekregen bij illegale immigratie, waarvan in de memorie van toelichting sprake is, in Belgisch recht is omgezet bij de wet tot wijzigi
...[+++]ng van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (artikelen 65 tot 68) (1) .
Par ailleurs, le Conseil d'État croit utile de rappeler que la directive 2004/81/CE du 29 avril 2004 relative au titre de séjour délivré aux ressortissants des pays tiers qui sont victimes de la traite des êtres humains ou ont fait l'objet d'une aide à l'immigration clandestine et qui coopèrent avec les autorités compétentes, dont il est question dans l'exposé des motifs, a été transposée par la loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (articles 65 à 68) (1) .