De maatregelen van de Gemeenschap ter uitvoering van de resolutie van 8 juli 1991 betreffende de verbetering van de onderlinge hulp tussen de lidstaten bij natuurrampen en technische rampen hebben weliswaar bijgedragen tot de bescherming van personen, het milieu en goederen, maar nu moet worden gezorgd voor een nog betere bescherming bij noodsituaties van natuurlijke, technologische en ecologische aard, met inbegrip van accidentele verontreiniging van de zee, die zich binnen en buiten de Europese Unie voordoen, en moeten de bepalingen van de resolutie worden aangescherpt.
L'action menée par la Communauté pour mettre en œuvre la résolution du 8 juillet 1991 relative à l'amélioration de l'assistance mutuelle entre États membres en cas de catastrophe naturelle ou technologique a contribué à protéger les personnes, l'environnement et les biens. Il convient aujourd'hui de renforcer encore la protection en cas de catastrophe naturelle, technologique et environnementale, y compris de pollution marine accidentelle, survenant à l'intérieur et à l'extérieur de l'Union européenne et de renforcer les dispositions de la résolution.