5. Wanneer een Staat-Partij krachtens dit artikel een persoon in hechtenis heeft genomen, stelt hij de Staten die overeenkomstig artikel 6, eerste lid, hun rechtsmacht hebben vastgelegd, alsmede, wanneer hij dit nodig acht, alle andere belanghebbende Staten, onverwijld in kennis van het feit dat de betrokken persoon in hechtenis is genomen en van de omstandigheden die zijn hechtenis rechtvaardigen.
5. Lorsqu'un État Partie a mis une personne en détention conformément aux dispositions du présent article, il avise immédiatement de cette détention, ainsi que des circonstances qui la justifient, les États qui ont établi leur compétence conformément au paragraphe 1 de l'article 6 et, s'il le juge opportun, tous autres États intéressés.