Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het ruimst mogelijke recht op toegang tot de documenten van de instellingen in de zin van deze verordening , zonder een belang te moeten aantonen , behoudens de in artikel 4 genoemde uitzonderingen .
Tout citoyen de l'Union et toute personne physique ou morale résidant ou ayant son siège dans un État membre a un droit d'accès le plus large possible aux documents des institutions au sens du présent règlement , sans avoir à justifier d'un intérêt, sous réserve des exceptions précisées à l'article 4.