De uitbater van een verkooppunt onder wiens bevoegdheid én controle een Lottomatic-apparaat ressorteert, beschikt eigenlijk over drie mogelijkheden om minderjarigen het spelen te beletten: 1) door het toestel vanop afstand te blokkeren, wanneer de uitbater ziet dat een minderjarige probeert om via de Lottomatic een loterijproduct te kopen;
het toestel staat immers altijd duidelijk in het gezichtsveld van de uitbater van het verkooppunt waarbij het hoort; 2) wanneer de minderjarige in het verkooppunt zelf binnenkomt om te vragen hoe de Lottomatic werkt, en wanneer de uit
bater zijn twijfels ...[+++] heeft over de leeftijd van die persoon, dan moet de uitbater hem vragen naar een bewijs van zijn meerderjarigheid; 3) opnieuw door het toestel vanop afstand te blokkeren, wanneer een minderjarige toch zou proberen om via de Lottomatic een loterijproduct aan te schaffen.