3. Niets in dit Verdrag mag zo worden uitgelegd dat het de aangezochte Staat verplicht tot uitlevering, indien de persoon op wie het verzoek om uit
levering betrekking heeft het risico loopt ter dood te worden veroordeeld of, wanneer het recht van de aangezochte Staat niet voorziet in levenslange gevangenisstraf, tot levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van vervroegde invrijheidstelling, tenzij de aangezochte Staat uit hoofde van toepasselijke uitleveringsverdragen verplicht is tot uitlevering indien de verzoekende Staat naar het oordeel van de aangezochte Staat voldoende zekerheid biedt dat de doodst
raf niet z ...[+++]al worden opgelegd of, indien hij toch wordt opgelegd, niet zal worden voltrokken, of dat de desbetreffende persoon geen levenslange gevangenisstraf zal worden opgelegd zonder de mogelijkheid van vervroegde invrijheidstelling».3. Aucune disposition de la présente Convention ne doit être interprétée comme impliquant une obligation d'extrader pour l'État requis si la
personne faisant l'objet de la demande d'extradition risque d'être exposée à la peine de mort ou, lorsque la loi de l'État requis ne permet pas la peine privative de liberté à perpétuité, à la peine privative de liberté à perpétuité sans possibilité de remise de peine, à moins que l'État requis ait l'obligation d'extrader conformément aux traités d'extradition applicables, si l'État requérant donne des assurances jugées suffisantes par l'État requis que la peine capitale ne sera pas prononcée ou, si
...[+++] elle est prononcée, qu'elle ne sera pas exécutée, ou que la personne concernée ne sera pas soumise à une peine privative de liberté à perpétuité sans possibilité de remise de peine».