De grondwetgever heeft vanaf 1831, wanneer hij de termen « een aangelegenheid geregeld bij, door of krachtens de wet » gebruikt, duidelijk steeds op de eerste plaats de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden op het oog gehad.
Depuis 1831, lorsque le constituant a utilisé les mots « une matière réglée par ou en vertu de la loi », il pensait clairement avant tout à la protection des droits et des libertés fondamentales.