Er worden dus heel ruime fondsen ter beschikking gesteld en de lidstaten krijgen veel vrijheid om zelf te bepalen welke sectoren ze willen subsidiëren. Nu is het aan de nationale autoriteiten om na overleg met de betrokken partijen te besluiten of ze de steun voor suiker – en meer in het bijzonder voor de raffinaderij – al dan niet gaan verhogen.
Sur la base de cette généreuse enveloppe et dans le cadre de la large marge de flexibilité laissée aux États membres dans le choix des secteurs à subventionner, il incombe aux autorités nationales de décider de renforcer l’aide à la production sucrière et à la sucrerie déterminée, si elles le souhaitent, après consultation de toutes les parties intéressées.
