8. merkt op dat de wettelijke tarieven van de vennootschap
sbelasting in de EU volgens de Commissie tussen 1995 en 2014 met 12 procentpunten zijn gedaald, van 35 % tot 23 %; benadrukt dat deze verlaging van de belastingtarieven gepaard gaat met een verruiming van de belastinggrondslag, met als doel het inkomstenverlies te beperken, en dat de relatief stabiele inkomsten uit de vennootschapsbelasting gedurende dezelfde periode ook kunnen worden verklaard door een aanzienlijke "vervennootschappingstrend", d.w.z. een verschuiving van bepaalde rechtsvormen voor bedrijven, zoals de eenmanszaak, naar de status van vennootschap, die leidt tot ee
...[+++]n gelijkaardige verschuiving van de heffingsgrondslag van de personenbelasting naar de vennootschapsbelasting; 8. relève que, selon la Commission , les taux légaux de l'impôt sur les sociétés au sein de l'Union ont perdu 12 points de pourcentage, passant de 35 % à 23 % entre 1995 et 2014; souligne que cette baisse des taux d'imposition va de pair avec un élargissement de la base d'imposition pour atténuer les pertes de recettes et que les recettes relativement stables provenant de l'imposition des sociétés au cours de la même période peuvent aussi s'expliquer par une forte tendance à l'incorporation, à savoir la transition depuis certaines formes juridiques d'activités commerciales, telles que l'entreprise (individuelle), vers le statut de société, avec pour effet que les entrepri
ses devenues sociétés ne relèv ...[+++]ent plus de l'impôt sur le revenu mais de l'impôt sur les sociétés;