De artikelen 44/11/12, § 1, 2°, en 44/11/9, § 2, van de wet op het politieambt kunnen niet anders worden geïnterpreteerd dan dat enkel de bedoelde overheden, organen en instellingen pas over een recht van rechtstreekse bevraging van de A.N.G. beschikken, nadat de Koning hen, op grond van de Hem in artikel 44/11/12, § 1, 2°, van die wet verleende machtiging, uitdrukkelijk heeft aangewezen als overheden die beschikken over zulk een recht, in een koninklijk besluit dat wordt aangenomen na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Les articles 44/11/12, § 1, 2°, et 44/11/9, § 2, de la loi sur la fonction de police peuvent exclusivement être interprétés en ce sens que seuls les autorités, organes et organismes visés peuvent disposer d'un droit d'interrogation directe de la B.N.G. après que le Roi les a expressément désignés comme autorités disposant d'un tel droit, en vertu de l'habilitation que Lui confère l'article 44/11/12, § 1, 2°, de cette loi, dans un arrêté royal pris après avis de la Commission de la protection de la vie privée.