Artikel 383bis,
§ 1, bepaalt dat de magistraten van de rechterlijke orde, met uitzondering van de magistraten van het openbaar ministerie, die tot de inruststelling zijn toegelaten wegens hun leeftijd, hun ambt blijven uitoefenen gedurende ten hoogste een jaar in de zaken die reeds zijn behandeld, voor een kamer waarvan zij deel uitmaakten, vóór de datum van de toelating tot de in rust ste
lling en waarin nog geen beslissing is gevall
en, behalve wanneer de eerste v ...[+++]oorzitter of de voorzitter van het rechtscollege waartoe zij behoren hen daarvan vrijstelt.
L'article 383bis, § 1er, prévoit que les magistrats de l'Ordre judiciaire, autres que les magistrats du ministère public, admis à la retraite en raison de leur âge, continuent d'exercer leurs fonctions, durant un an au maximum, dans les causes ayant fait l'objet de débats, devant une chambre dont ils faisaient partie, avant la date de leur admission à la retraite et n'ayant pas encore donné lieu à décision, sauf si le premier président ou le président de la juridiction à laquelle ils appartiennent les en dispensent.