Een verarmde, uitgedroogde, aangetaste en verontreinigde bodem – dat is wat er van de grond is overgebleven waar voorgaande generaties met eerbied over spraken omdat het land alles voor hen was: hun arbeid, hun voedsel, hun leven en, voor velen, hun enige eigendom.
Sols appauvris, asséchés, dégradés, pollués, meurtris, voilà ce qu'est devenue cette terre, dont les générations précédentes parlaient avec vénération car, pour elles, la terre c'était tout: le travail, la nourriture, la vie, le seul bien de beaucoup.