De in artikel 11, § 4, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 bedoelde echtgenoten van werkende vennoten kunnen, op hun verzoek, de toepassing verkrijgen van de in genoemd artikel 11, § 4, derde lid, vermelde berekeningswijze van de bijdragen die verschuldigd zijn voor de jaren 1997, 1998 en 1999, voor zover zij het bewijs leveren van de inkomsten die hen respectievelijk in 1994, 1995 en 1996 werden toebedeeld door hun echtgenoot.
Les conjoints d'associés actifs visés à l'article 11, § 4, alinéa 3, de l'arrêté royal n° 38, peuvent, à leur demande, bénéficier de l'application du mode de calcul des cotisations qui sont dues pour les années 1997, 1998 et 1999, mentionné dans l'article 11, § 4, alinéa 3, précité, pour autant qu'ils fournissent la preuve des revenus qui leur ont été attribués respectivement en 1994, 1995 et 1996 par leur conjoint.