Art. 4. § 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 1 ontvangen een toelage als zij een bedrijfsstage van ten minste vijf werkdagen lopen in de herfst-, kerst-, krokus-, paas- of zomervakantie, als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs.
Art. 4. § 1. Les membres du personnel, visés à l'article 1 perçoivent une allocation lorsqu'ils effectuent un stage en entreprise d'au moins cinq jours ouvrables dans les vacances d'automne, de Noël, de Carnaval, de Pâques ou d'été, telle que visée à l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 août 2001 organisant l'année scolaire dans l'enseignement secondaire.