« 6° : van 62,50 euro, wanneer ingevolge het niet stuiten van de verjaring, als bedoeld in artikel 174, 5° of 6° van de gecoördineerde wet, of ingevolge het niet-hernieuwen ervan een onverschuldigde betaling van 300 euro of meer oninvorderbaar is geworden; »
« 6° : de 62,50 euros, lorsque par suite de l'absence d'interruption de la prescription visée à l'article 174, 5° ou 6° de la loi coordonnée ou de renouvellement de celle-ci, un paiement indu de 300 euros ou plus est devenu irrécouvrable; »