De mandaathouder die niet om de hernieuwing van zijn mandaat heeft verzocht, bevindt zich na het verstrijken ervan in de volgende toestand : ofwel wordt hij bij mobiliteit aangewezen voor een betrekking, ofwel wordt hij, bij ontstentenis hiervan, overeenkomstig de regels van de herplaatsing aangewezen voor een andere betrekking in het korps waarin hij zijn mandaat heeft uitgeoefend (art. VII. III. 137 RPPol).
Le mandataire qui n'a pas sollicité le renouvellement de son mandat, se trouve dans la position suivante, à l'échéance de celui-ci : soit il postule un emploi par mobilité, soit, à défaut, il est désigné à un autre emploi au sein de l'unité dans laquelle il a exercé son mandat, conformément aux règles de réaffectation (art. VII. III. 137 PJPol).