De vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie legde in zijn inleidende algemene uiteenzetting de nadruk op de interne logica van het regeringsontwerp dat drie subcategorieën bevat: een eerste categorie zijn de bepaling
en die in 1999 voor herziening vatbaar werden verklaard maar vooralsnog niet werden herzien; een tweede categorie zijn bepalingen in de sfeer van de rechten en vrijheden, inclusief een bepaling over de duurzame ontwikkeling als algemene beleidsdoelstelling in de Grondwet; een derde categorie zijn bepalingen die betrekking hebben op de hervorming van de instellingen met
...[+++]name inzake het tweekamerstelsel, bepalingen inzake de gefedereerde entiteiten en de herziening van artikel 195 van de Grondwet.
Dans son exposé introductif, le vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de l'Économie sociale a mis l'accent sur la logique interne du projet qui comporte trois sous-catégories : la première concerne les dispositions déclarées ouvertes à révision mais pas encore révisées, la seconde concerne les dispositions se rapportant aux droits et libertés, y compris une disposition relative au développement durable et la troisième touche aux dispositions relatives à la réforme des institutions, notamment à propos du bicaméralisme, des dispositions relatives aux entités fédérées et de la révision de l'article 195.