14. is verheugd over artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie dat bepaalt dat de hoge
vertegenwoordiger "het Europees Parlement regelmatig raadpleegt over de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen op het gebied van het GBVB en het GVDB, en informeert over de ontwikkeling van de beleidsmaatregelen, en erop toeziet dat de opvattingen van het Europees Parlement naar behoren in aanmerking worden genomen"; belooft in dit verband zijn raadplegende bevoegdheden volledig te zullen uitoefenen en versterkt stelselmatige toezicht op de formulering en implementatie van het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid en -actie
...[+++]s te zullen ontwikkelen, met volledige benutting van zijn bevoegdheden op begrotingsvlak; wijst tevens op de verbeterde mogelijkheden voor het Parlement om democratisch toezicht uit te oefenen op de activiteiten van de hoge vertegenwoordiger omdat hij ondervoorzitter van de Commissie is; 14. se félicite de l'article 21 du traité UE,
qui prévoit que le haut représentant doit "con
sulter le Parlement européen sur les principaux aspects et les choix fondamentaux" de la PESC et de la PESD, l'"informer de l'évolution de ces politiques" et veiller à ce que les vues du
Parlement soient dûment prises en considération; en outre, entend faire pleinement usage de ses pouvoirs consultatifs et opérer un contrôle renforcé et systématique sur l'élaboration et la mise en œuvre des politiques
...[+++]et actions de l'Union dans les domaines des affaires étrangères, de la sécurité et de la défense, en exerçant pleinement son autorité budgétaire; souligne les moyens renforcés du Parlement pour exercer un contrôle démocratique sur les activités du Haut Représentant, vu sa position de vice-président de la Commission;