- dat artikel 1, § 1, 5°, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot inrichting van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken de exclusieve bes
lissingsbevoegdheid toekent aan de Minister van Financiën of aan zijn gedelegeerde over de aanvragen betreffen
de het feit dat een voordeel verleend in de omstandigheden als vermeld in artikel 26 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 niet abnormaal of goedgunstig is, of dat een betaling als vermel
d in artikel 54 van hetzelfde ...[+++] wetboek wel degelijk beantwoordt aan een werkelijke en oprechte verrichting en dat zij de normale grenzen niet overschrijdt;
- que l'article 1, § 1, 5°, de l'arrêté royal du 3 mai 1999 organisant un système de décision anticipée en matière fiscale entend octroyer au Ministre des Finances ou à son délégué le pouvoir exclusif de statuer sur les demandes relatives au fait qu'un avantage consenti dans les situations visées à l'article 26 du Code des impôts sur les revenus 1992 ne soit pas anormal ou bénévole ou qu'un paiement visé à l'article 54 du même Code réponde bien à des opérations sincères et réelles et qu'il ne dépasse pas les limites normales;