Ook de Raad van State heeft hier grote bedenkingen bij : men kan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest niet zomaar raken aan de verhouding tussen de zeventien zetels die voorbehouden zijn aan Nederlandstalige verkozenen en de tweeënzeventig zetels die voorbehouden zijn aan Franstalige verkozenen, vermits men dan de gewaarborgde vertegenwoordiging van de Vlamingen in Brussel op de helling zet.
Le Conseil d'État aussi émet de sérieuses réserves à cet égard: dans la Région de Bruxelles-Capitale, on ne peut pas toucher à la répartition des sièges entre les élus — soit dix-sept sièges pour les néerlandophones et septante-deux sièges pour les francophones — sans mettre en péril la représentation garantie des Flamands à Bruxelles.