De in artikel 15, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 vervatte maatregel beoogt uitdrukkelijk de bescherming van de schuldeiser en laat het risico van het eventuele in gebreke blijven van de tussenkomende partij of de reconstituerende derde uiteindelijk dragen door de schuldenaar, die hierdoor geroepen kan worden zijn schuld een tweede maal te betalen.
La mesure contenue dans l'article 15, alinéa 4, de l'arrêté royal n° 225 du 7 janvier 1936 vise expressément à protéger le prêteur et fait en définitive porter le risque d'une éventuelle défaillance de la partie intervenante ou du tiers constituant par l'emprunteur, qui peut être appelé de ce fait à payer une seconde fois sa dette.