Artikel 1. D
e beroepsbekendheid bedoeld in artikel 4, § 3, van het decreet van 8 februari 1999, zoals gewijzigd op 20 juli 2000, betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wordt vastgesteld voor perso
nen waarvan de naam hieronder wordt opgenomen en wordt, persoonlijk, als bekwaamheidsbewijs beschouwd zoals bepaald in artikel 4, § 1 en 6 van hetzelfde decreet voor de toe te kennen cursus :
" Administ ...[+++]ratief en juridisch beheer van de Hogeschool" .
Article 1. La notoriété professionnelle visée à l'article 4, § 3 du décret du 8 février 1999, tel que modifié le 20 juillet 2000, relatif aux fonctions et titres des membres du personnel enseignant des Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté française est établie pour les personnes dont le nom suit et tient lieu, à titre personnel, de titre requis aux articles 4, § 1 et 6 du même décret en regard du cours à conférer : " Gestion administrative et juridique de la Haute Ecole" .