Hiertoe bepaalt artikel 146, derde lid, van het decreet van 18 mei 1999, zoals toegevoegd bij het bestreden artikel 7, dat de strafsanctie waarin het eerste lid van die bepaling voorziet, « niet geldt » voor het in stand houden van inbreuken, voor zover de handelingen, werken, wijzigingen of het strijdige gebruik niet gelegen zijn in de ruimtelijk kwetsbare gebieden, voor zover ze geen onaanvaardbare stedenbouwkundige hinder veroorzaken voor de omwonenden of voor zover ze geen ernstige inbreuk vormen op de essentiële stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming krachtens het ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg.
A
cet effet, l'article 146, alinéa 3, du décret du 18 mai 1999, tel qu'il a été inséré par l'article 7 entrepris, dispose que la sanction pénale prévue par l'alinéa 1 de cette disposition « ne s'applique pas » pour la perpétuation d'infractions pour autant que les opérations, travaux, modifications ou l'utilisation contraire ne sont pas situés dans les zones vulnérables du point de vue spatial, pour autant qu'ils ne provoquent pas de nuisances urbanistiques inadmissibles pour les voisins ou pour autant qu'ils ne constituent pas de violation grave des prescriptions urbanistiques essentielles en matière de destination en vertu du plan d'ex
...[+++]écution spatial ou du plan d'aménagement.