13. wijst erop dat de ondertekening van de associatieovereenkomst geen doel op zich is, maar een instrument om stabiliteit op de lange termijn, economische vooruitgang en een duurzame en systemische overgang te bewerkstelligen, en dat hiervoor daadwerkelijke toezeggingen nodig zijn inzake de correcte en onmiddellijke tenuitvoerlegging ervan; benadrukt in dit verband dat de EU uitsluitend bereid zal zijn de associatieovereenkomst te ondertekenen als zij ervan verzekerd is dat de overeenkomst zal worden uitgevoerd en de garantie heeft dat de grondrechten en fundamentele vrijheden onvoorwaardelijk worden geëerbiedigd;
13. fait valoir que l'accord d'association ne constitue pas une fin en soi, mais plutôt un moyen de parvenir à la stabilité à long terme, à des progrès économiques ainsi qu'à une transformation durable et systémique, et qu'il nécessite par conséquent un engagement véritable en vue d'une mise en œuvre correcte et rapide; souligne, à cet égard, que l'Union ne sera disposée à signer l'accord d'association que si elle est rassurée quant à sa mise en application tout en voyant garanti le respect inconditionnel des droits et des libertés fondamentaux;