Hij denkt echter dat het probleem minder nijpend is in het geval van een homologatie, aangezien het in dat geval gaat om een beslissing van de ouders of van een van de ouders, waarvan men mag veronderstellen dat ze weloverwogen is en genomen in het belang van de kinderen.
Il pense cependant que le problème est moins aigu lorsqu'il s'agit d'une homologation, puisque, dans ce cas, il y a une décision des parents ou de l'un des parents, dont on peut supposer qu'elle a été bien réfléchie, et conçue dans l'intérêt des enfants.