Het Hof dient na te gaan of, mede gelet op het voorgaande, het in B.2 vermelde verschil in behandeling redelijk is verantwoord en of, inzonderheid, niet op onevenredige wijze afbreuk is gedaan aan het recht op een daadwerkelijk beroep van de vreemdeling die de machtiging tot verblijf heeft aangevraagd op grond van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980, in zoverre hij enkel dringende medische hulp kan genieten tijdens het onderzoek van het beroep dat hij voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen heeft ingesteld.
La Cour doit examiner si, eu égard également à ce qui précède, la différence de traitement mentionnée en B.2 est raisonnablement justifiée et, en particulier, s'il n'est pas porté atteinte de manière disproportionnée au droit à un recours effectif de l'étranger qui a introduit une demande d'autorisation de séjour fondée sur l'article 9ter de la loi du 15 décembre 1980 dans la mesure où il ne peut bénéficier que de l'aide médicale urgente durant l'examen de son recours introduit auprès du Conseil du contentieux des étrangers.