Onverminderd artikel 74/20 en behoudens bijzondere bepalingen van de wet, kan de minister of zijn gemachtigde een einde maken aan het verblijf van de vreemdeling die tot het verblijf in het Rijk werd gemachtigd of toegelaten krachtens artikel 10, § 1, eerste lid, 4°, 5°, 6° of 7°, artikel 10bis of artikel 57/34, indien de persoon bij wie hij zich voegt valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten heeft gebruikt of fraude heeft gepleegd of andere onwettige middelen heeft gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van de machtiging tot verblijf of de erkenning van de toelating tot verblijf.
Sans préjudice de l'article 74/20 et sauf dispositions particulières prévues par la loi, le ministre ou son délégué peut mettre fin au séjour de l'étranger qui a été autorisé ou admis à séjourner dans le Royaume en application de l'article 10, § 1, alinéa 1, 4°, 5°, 6° ou 7°, de l'article 10bis, ou de l'article 57/34, si la personne qu'il rejoint a utilisé des informations fausses ou trompeuses ou des documents faux ou falsifiés, ou a recouru à la fraude ou à d'autres moyens illégaux qui ont contribué à l'octroi de l'autorisation de séjour ou à la reconnaissance de l'admission au séjour.