6. Hoeveel personeelsleden konden een beroep doen op een bijzonder arbeidsregime (later beginnen, vroeger stoppen, arbeidsuren op andere dagen inhalen, enz.)?
6. Combien de membres du personnel ont bénéficié d'un régime de travail particulier (commencer à travailler plus tard, terminer plus tôt, rattraper ultérieurement les heures de travail, etc.)?