4. a) Hoeveel Belgen die in het buitenland werken en die vallen onder de Belgische sociale zekerheid kunnen geen aanspraak maken op enerzijds kindergeld en anderzijds kraamgeld? b) Hoeveel van die Belgen vallen onder de uitzondering waarin artikel 52, tweede lid, van de bovengenoemde samengeordende wetten voorziet?
4. a) Combien de Belges travaillant à l'étranger et relevant de la sécurité sociale belge n'ont pas droit d'une part aux allocations familiales, d'autre part à l'allocation de maternité? b) Combien d'entre eux bénéficient de l'exception que prévoit l'article 52, alinéa 2, des lois coordonnées susmentionnées?