1. a) Hoeveel opvanginrichtingen waren regelmatig vergund op datum van 26 oktober 1985? b) Hoeveel opvanginrichtingen maken het voorwerp uit van een gunstig verslag van het Agentschap? c) Hoeveel opvanginrichtingen maken het voorwerp uit van een gunstig verslag van de erkende instelling die belast is met hun periodieke controle bepaald in artikel 23 van het voornoemd koninklijk besluit van 20 juli 2001?
1. a) Combien de centres de traitement possédaient une autorisation en bonne et due forme au 26 octobre 1985? b) Combien de centres de traitement ont fait l'objet d'un rapport favorable de l'Agence? c) Combien de centres de traitement ont fait l'objet d'un rapport favorable de l'organisme agréé chargé de leur contrôle périodique, tel que défini à l'article 23 de l'arrêté royal du 20 juillet 2001 susmentionné?
