1. merkt op dat vrouwen, hoewel zij langer leven dan mannen, niet meer gezonde levensjaren genieten, d.w.z. jaren zonder aanzienlijke activiteits- of functiebeperkingen (62,6 jaar voor vrouwen en 61,7 voor mannen);
1. constate, même si elles vivent plus longtemps que les hommes, que les femmes ne passent pas un nombre sensiblement plus grand d'années en bonne santé, c'est-à-dire sans limitation de leur activité ni invalidité grave (62,6 années pour les femmes contre 61,7 pour les hommes);