Het Hof merkt bovendien op dat de verzoekers voor de Raad van State voor het Hof tegen de in het geding zijnde wet beroepen tot vernietiging en vorderingen tot schorsing hebben ingesteld die aantonen dat, hoewel het optreden van de wetgever van die aard is dat het die partijen verhindert de eventuele onregelmatigheden van de bekrachtigde koninklijke besluiten door de Raad van State te laten censureren, dat optreden hun evenwel niet het recht ontzegt het Hof te verzoeken de ongrondwettigheid van de wet vast te stellen waarmee de wetgever de vroeger door de Koning geregelde aangelegenheid zelf heeft geregeld.
La Cour observe en outre que les requérants devant le Conseil d'Etat ont introduit devant elle, contre la loi en cause, des recours en annulation et des demandes de suspension qui démontrent que, si l'intervention du législateur est de nature à empêcher ces parties de faire censurer par le Conseil d'Etat les éventuelles irrégularités des arrêtés royaux confirmés, elle ne les prive pas du droit de demander à la Cour de constater l'inconstitutionnalité de la loi par laquelle le législateur a réglé lui-même la matière antérieurement réglée par le Roi.