De meeste lidstaten leveren grote inspanningen voor de ontwikkeling van onderwijs voor niet-leerplichtigen door het aantal en de diversiteit van opleidingsprogramma's uit te breiden, door de overgang tussen initieel en voortgezet onderwijs c.q. initiële en voortgezette opleiding te vergemakkelijken, door financiële prikkels voor de participatie van jongeren toe te wijzen en door programma's, inclusief die voor hoger onderwijs, aantrekkelijker te maken.
La plupart des États membres s'efforcent autant que possible de développer l'éducation à l'issue de la scolarité obligatoire, en augmentant le nombre et la diversité des programmes, en facilitant la transition entre éducation et formation initiales et continues, en accordant des incitants financiers à la participation des jeunes et en rendant les programmes plus attrayants, y compris l'enseignement supérieur.