De waardeverminderingen die in toepassing van artikel 18, § 3, van artikel 19, § 2 en van artikel 21 werden toegepast, evenals de voorzieningen voor risico's en kosten, mogen niet worden gehandhaafd in die mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling, conform de normen waarvan sprake in het eerste lid, van de minderwaarden, risico's en kosten waarvoor ze werden gevormd.
Les réductions de valeur actées en application de l'article 18, § 3, de l'article 19, § 2, et de l'article 21, ainsi que les provisions pour risques et charges ne peuvent être maintenues dans la mesure où elles excèdent en fin d'exercice une appréciation actuelle, selon les critères prévus à l'alinéa 1, des dépréciations, charges et risques en considération desquels elles ont été constituées.