3. Zijn er blijkens de statistieken al bepaalde tendensen merkbaar wat de aanwezigheid van vrouwen in de onderscheiden Krijgsmachtdelen betreft (bijvoorbeeld een hoger aantal vrouwen; een grotere aanwezigheid van vrouwen in een bepaalde sector van het departement Defensie; uitgaven voor voorzieningen of investeringen die door de aanwezigheid van vrouwen noodzakelijk geworden zijn, zoals bijvoorbeeld aanpassingen van de voorzieningen, de gebouwen of de wapens, niet limitatief opgesomd en ongeacht de orde van grootte; of andere gegevens die u van nut acht in dit debat)?
3. Les statistiques peuvent-elles déjà indiquer si une tendance de leur présence dans les différentes Forces se dessine? Une augmentation de leur nombre par exemple; si leur présence est plus sensible dans un secteur particulier de la Défense; les dépenses d'équipement ou d'investissement rendues nécessaires par leur arrivée - adaptation des structures d'accueil, des bâtiments, de l'armement, par exemple, citées non limitativement et dans quelle importance - ou toute autre précision que vous estimez utiles d'apporter à ce débat.