Volgens de verzoekende partijen zouden de voormelde artikelen 14 en 16 het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden. Enerzijds, z
ouden de griffiers worden gediscrimineerd doordat de leden van de rechterlijke orde die magistraat zijn, verschijnen voor een kamer van de tuchtrechtbank in
eerste aanleg of in hoger beroep die is samengesteld uit twee rechters respectievelijk twee raadsheren en een assessor respectievelijk een raadsheer-assessor van de re
chterlijke orde die behoort ...[+++] tot hetzelfde orgaan van de rechterlijke macht als de vervolgde magistraat, terwijl voor de griffiers niets in die zin zou zijn bepaald.
respectivement, de deux juges ou de deux conseillers et, respectivement, d'un assesseur ou d'un conseiller assesseur de l'ordre judiciaire appartenant au même organe du pouvoir judiciaire que le magistrat poursuivi, alors que, pour les greffiers, rien de tel n'aurait été prévu.