« Art. 326. — Na de vragen gesteld te hebben, overhandigt de voorzitter die aan de gezworenen in de persoon van de hoofdman van de jury; hij overhandigt hun tevens de akte van beschuldiging, in voorkomend geval de akte van verdediging, de processen-verbaal die het misdrijf vaststellen, en de processtukken, met uitzondering van de schriftelijke, onder eed afgelegde verklaringen van de getuigen.
« Art. 326. — Le président, après avoir posé les questions, les remet aux jurés dans la personne du chef du jury; il leur remet en même temps l'acte d'accusation, le cas échéant l'acte de défense, les procès-verbaux qui constatent l'infraction et les pièces du procès, autres que les déclarations écrites sous serment des témoins.