Art. 2. De Partnerschapsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt tot stand gebracht tussen de Leden van de Groep van Staten in Afrika, het Caraïbisch Gebied e de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten,anderzijds, de Bilagen I, II, III, IV, V en VI, de Protocollen 1, 2 en 3 en de Slotakte, opgemaakt te Cotonou op 22 juni 2000 (« Overeenkomst van Cotonou »), zullen, wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, volkomen uitwerking hebben.
Art. 2. L'Accord de Partenariat entre les Membres du Groupe des Etats d'Afrique, des Caraïbes et du Pacifique, d'une part, et la Communauté européenne et ses Etats membres, d'autre part, les Annexes I, II, III, IV, V et VI, les protocoles 1, 2, et 3 et l'Acte final, faits à Cotonou le 22 juin 2000 (« Accord de Cotonou »), sortiront, en ce qui concerne la Région de Bruxelles-Capitale, leur plein et entier effet.